إعدادات العرض
Wie bij Allah een eed aflegt terwijl hij daarin onrecht pleegt om het bezit van een moslim af te nemen, zal Allah ontmoeten terwijl Hij boos op hem is
Wie bij Allah een eed aflegt terwijl hij daarin onrecht pleegt om het bezit van een moslim af te nemen, zal Allah ontmoeten terwijl Hij boos op hem is
Abdoellah ibn Mas'oed (moge Allah tevreden zijn met hem) rapporteerde: Ik hoorde de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zeggen: "Wie bij Allah een eed aflegt terwijl hij daarin onrecht pleegt om het bezit van een moslim af te nemen, zal Allah ontmoeten terwijl Hij boos op hem is." Vervolgens zei al-Ash'ath: "Dit betreft mij, bij Allah. Tussen mij en een man van de joden was er een stuk land en hij ontkende mijn recht daarop. Ik bracht de zaak voor de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) en de Boodschapper vroeg mij: 'Heb je bewijs?' Ik antwoordde: 'Nee.' Toen zei hij tegen de jood: 'Zweer.' Ik zei: 'O Boodschapper van Allah, dan zal hij zweren en mijn bezit wegnemen.' Toen zond Allah de volgende openbaring neer: {Voorwaar, degenen die hun beloftes aan Allah en hun eden voor een geringe prijs kopen...} (tot het einde van de aya).
الترجمة
العربية Bosanski English Español فارسی Français Bahasa Indonesia Türkçe اردو 中文 हिन्दी Português മലയാളം Kurdî Tiếng Việt Kiswahili অসমীয়া ગુજરાતી සිංහල Magyar ქართული Hausa Românăالشرح
De Profeet (vrede zij met hem) waarschuwde tegen het zweren bij Allah met een eed, wetende dat men liegt, om zo onterecht het bezit van een ander te verkrijgen; zo zal men Allah ontmoeten terwijl Hij boos op hen is. Al-Ash'ath ibn Qais (moge Allah tevreden zijn met hem) vertelde dat de Profeet (vrede zij met hem) dit zei, terwijl hij een geschil had met een man van de joden over het eigendom van een stuk land. Ze brachten de zaak voor de Profeet (vrede zij met hem), die tegen Al-Ash'ath zei: Jij moet het bewijs leveren om jouw claim te staven; als je daar niet in slaagt, dan heb je geen andere optie dan de eed van je tegenpartij, de aangeklaagde. Zo zei de Profeet (vrede zij met hem) tegen Al-Ash'ath. "O Boodschapper van Allah, dan zal de joodse man zweren zonder enige schaamte en mijn geld meenemen." Toen liet Allah de bevestiging van dit voorval neerdalen in de Koran, waarin Hij zegt: {Voorwaar, degenen die} en inwisselen (met beloftes aan Allah) en Zijn advies aan de gelovigen om de vertrouwde zaken te vervullen (en hun eden) en hun valse eed in Zijn Naam (voor een geringe prijs) voor nutteloze wereldse zaken (voor hen is er geen aandeel in het Hiernamaals) en geen deel (en Allah zal niet met hen spreken) met woorden die hen verheugen of ten goede komen; integendeel, Hij zal hen met Zijn toorn veroordelen. (Op de Dag der Opstanding zal Hij hen niet aankijken) met genadevolle en barmhartige kijk (noch hen verheerlijken met lovende woorden) met mooie lofprijzingen en Hij reinigt hen niet met vergiffenis voor hun zonden en onreinheden (en voor hen is een pijnlijke straf) als gevolg van wat zij hebben begaan.فوائد الحديث
Verbod op het onterecht toe-eigenen van andermans bezittingen.
Verzwaring van de rechten van moslims, zowel bij klein als groot recht.
Het bewijs ligt bij de eiser en de eed bij de aangeklaagde wanneer hij ontkent.
Bevestiging van het recht door middel van twee getuigen. Als het bewijs bij de eiser ontbreekt, moet de aangeklaagde de eed afleggen.
Het verbod op de eed van (de zondige eed), die de valse eed betreft waarmee de eedaflegger het recht van een ander in bezit neemt. Dit is een van de grote zonden, die de overtreder blootstelt aan de woede van Allah en Zijn straf.
De vermaning van de rechter aan de partijen, vooral wanneer er sprake is van een eed.