إعدادات العرض
“Waarlijk, het past niemand om met vuur te straffen, behalve de Heer van het vuur.”
“Waarlijk, het past niemand om met vuur te straffen, behalve de Heer van het vuur.”
Ibn Mas'oed (moge Allah tevreden zijn met hem ) zei: "Wij bevonden ons eens met de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) op reis. De Profeet verwijderde zich enige tijd om aan zijn behoefte te voldoen. Ondertussen zagen wij een roodachtige vogel, een ḥumra, met haar twee jongen en wij namen haar kuikens weg. Daarop begon de moeder verschrikt boven ons rond te fladderen, in grote onrust om haar kroost. Toen keerde de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) terug en zodra hij dit aanschouwde, sprak hij: “Wie heeft deze vogel haar kinderen afgenomen? Breng haar jongen onmiddellijk naar haar terug.” Even later zag hij een mierenhoop die wij in brand hadden gestoken, waarop hij vroeg: “Wie heeft dit vuur ontstoken?” Wij zeiden: “Dat waren wij, o Boodschapper van Allah.” Hij sprak: “Waarlijk, het past niemand om met vuur te straffen, behalve de Heer van het vuur.”
الترجمة
العربية বাংলা Bosanski English Español فارسی Français Bahasa Indonesia Русский Tagalog Türkçe اردو 中文 हिन्दी Tiếng Việt සිංහල Hausa Kurdî Magyar ქართული Kiswahili Română অসমীয়া ไทย Português मराठी دری አማርኛ ភាសាខ្មែរالشرح
Abdellah ibn Mas'oed — moge Allah tevreden over hem zijn — verhaalde dat zij zich eens met de Profeet (vrede zij met hem) op reis bevonden. De Profeet verwijderde zich tijdelijk om aan zijn behoefte te voldoen. Ondertussen zagen zijn metgezellen een roodkleurige vogel, een ḥumra, die twee kuikens bij zich had en zij namen de jongen van haar weg. De moeder begon haar vleugels uit te spreiden en hevig te fladderen, bevangen door angst en onrust om het verlies van haar kleintjes. Toen de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) terugkeerde en dit aanschouwde, sprak hij: “Wie heeft deze vogel bedroefd en haar angst aangejaagd door haar jongen van haar weg te nemen?!” Vervolgens beval Hij (hem) haar terug te geven. Daarna zag hij een mierenhoop die in brand was gestoken. Hij vroeg: “Wie heeft dit vuur aangestoken en deze mieren verbrand?” Sommigen van zijn metgezellen antwoordden: “Dat waren wij.” Waarop hij hen toesprak: “Niemand heeft het recht om een levend wezen met vuur te straffen, behalve Allah, de Schepper van het vuur.”فوائد الحديث
De aanbeveling om zich af te zonderen wanneer men zijn natuurlijke behoefte verricht.
Het verbod om dieren leed aan te doen door hun jongen van hen te scheiden.
Het uitdrukkelijke verbod om mieren en andere insecten met vuur te verbranden.
De aansporing tot barmhartigheid en mededogen jegens dieren, waarbij de Islamitische leer hierin eeuwenlang haar tijd vooruit was.
De zachtaardigheid en barmhartigheid van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) tegenover dieren, als een verheven voorbeeld voor de gehele mensheid.
Het straffen met vuur is een exclusief recht van Allah, de Almachtige, en behoort niet tot de bevoegdheid van de schepselen.