إعدادات العرض
Allah heeft mij geopenbaard dat jullie nederigheid moeten betrachten, zodat niemand zich boven een ander verheft en niemand onrecht pleegt jegens zijn medemens
Allah heeft mij geopenbaard dat jullie nederigheid moeten betrachten, zodat niemand zich boven een ander verheft en niemand onrecht pleegt jegens zijn medemens
Overgeleverd van ‘Iyad ibn Himar, de broeder van Banou Mojashi‘, moge Allah tevreden met hem zijn, die zei: "Op zekere dag stond de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) onder ons als redenaar en hij sprak ons toe. Onder hetgeen hij zei, bevond zich de volgende uitspraak: "Allah heeft mij geopenbaard dat jullie nederigheid moeten betrachten, zodat niemand zich boven een ander verheft en niemand onrecht pleegt jegens zijn medemens."
الترجمة
العربية বাংলা Bosanski English Español فارسی Français Bahasa Indonesia Русский Tagalog Türkçe اردو 中文 हिन्दी Tiếng Việt Hausa Kurdî Magyar ქართული Kiswahili සිංහල Română অসমীয়া ไทย Português मराठी دری አማርኛ ភាសាខ្មែរالشرح
De Profeet (vrede zij met hem) stond op onder zijn metgezellen en sprak hen toe met een redevoering, waarin hij onder andere het volgende benadrukte: "Allah heeft hem geopenbaard dat het de mensen past om nederig en bescheiden met elkaar om te gaan. Dit houdt in: zachtmoedigheid en vriendelijkheid betonen, het eigen ego beteugelen en hoogmoed vermijden. Niemand dient zich op basis van afkomst, rijkdom of andere wereldse zaken boven een ander te verheffen en evenmin is het toegestaan dat iemand een ander onrecht aandoet of zich agressief opstelt."فوائد الحديث
Deze overlevering spoort aan tot nederigheid, het achterwege laten van arrogantie en het zich niet boven anderen verheffen.
Zij bevat een duidelijke afkeuring van hoogmoed, onderdrukking en zelfverheffing.
Ware nederigheid jegens Allah kent twee betekenissen:
De eerste betekenis is: zich onderwerpen aan de godsdienst van Allah, zich niet verheven voelen boven het geloof, noch hooghartigheid tonen ten aanzien van het naleven van Zijn voorschriften. De tweede betekenis is: nederigheid betonen jegens de dienaren van Allah, louter omwille van Allah, niet uit vrees voor hen, noch uit begeerte naar hetgeen zij bezitten, maar uit zuivere toewijding aan Allah, de Verhevene en Majestueuze.